23 -28 augustus

Wanneer we de jachthaven uitvaren en een paar honderd meter in het Schelde-Rijn Kanaal hebben afgelegd gaat het alarm af omdat de koelwatertemperatuur bijna 100 graden Celsius is. Gelukkig varen we helemaal aan de stuurboord zijde zodat we het anker kunnen laten zakken en de motor stilzetten. Nemen contact op met Ivonne, de havenmeester van Tholen die contact opneemt met BST die, zo laten ze ons weten, een boot zal sturen. Binnen een half uur is die aanwezig en sleept ons naar Duivendijk een scheepswerf vlak naast de Stadshaven. Daar treffen we iemand die ons kan helpen. De flapjes van de impeller zijn volledig verdwenen. Als oorzaak ziet hij het varen over een zanderige ondiepte. De flapjes van de impeller worden beschadigd en raken los. Hij monteert een nieuwe impeller en waarschuwt ons de temperatuur goed in de gaten te houden omdat er nog stukjes in het koelsysteem kunnen zitten. Om 1500 uur vertrekken we voor de rweede keer richting Willemstad waar we omstreeks 1730 afmeren in de jachthaven en daarna een paar glaasjes drinken op de goede afloop. We blijven ook 25 augustus nog in Willemstad. Treffen daar Hans en Yvonne van de "Kendu". We drinken met hen een drankje en halen oude herinneringen op. 26 augustus gaan we weer verder en zetten koers naar Hellevoetsluis. Het ia nu al vijf dagen mooi en warm weer. Zo'n lange periode hebben wij deze tocht nog niet meegemaakt. Tijdens de tocht controleer ik geregeld de koelwatertemperatuur. Die blijft constant. Bij het afmeren in de haven van Hellevoetsluis zie ik dat er grijze rook uit de uitlaat komt. De koelwater temperatuur is ook iets hoger dan normaal! We besluiten weer een monteur te benaderen. Dat lukt niet meer. We zullen hier in ieder geval tot en met maandag moeten blijven. Het weer is schitterend en de vooruitzichten ook. We liggen afgemeerd aan de Oostkade, de toegang naar de "Haaven Het Groote Dok". Veel "va et vient" en mooi weer.